Growing leaders – lessen uit Benin Afrika (3)
Tijdens mijn reis naar Benin met The Hunger Project (THP) afgelopen februari, bezochten we ook het Kissamey epicentrum. Dit centrum, dat twee jaar geleden door THP geopend werd, is met veel enthousiasme en ambitie door de dorpelingen zelf gebouwd. We gingen kijken hoe het epicentrum, nu twee jaar later, in de praktijk vorm heeft gekregen. Ook hier werden we weer onthaald met gezang, dans en honderden lachende gezichten. Het was nog steeds klam en erg heet, maar dat weerhield de mensen er niet van ons uit te nodigen een dansje met hen te maken. Het werd een kort dansje voor ons ‘koele Hollanders’, die een paar dagen geleden nog in Nederland gehoord hadden dat er toch geen Elfstedentocht zou komen.
Na de verplichte formaliteiten ontmoette ik Noëllie Dossou, een meisje van 16 jaar. Toen THP twee jaar geleden het epicentrum hier opende, hebben ze haar ook al ontmoet en wierp ze zich op als één van de trekkers, ‘youth leaders’, binnen het epicentrum. Hoe zou het nu met haar zijn, twee jaar later? Ik vraag het haar.
De droom van Noëllie
Noëllie komt uit een arm polygaam gezin van één vader, drie moeders en in totaal 22 kinderen. De toekomst van Noëlie leek vast te staan: ze zou geen toegang hebben tot school, en zeker niet tot de middelbare school. In Noëlie’s familie had geen enkel kind meer dan basisonderwijs gevolgd. Toch zit ze op de middelbare school en droomt ze ervan om docent wiskunde te worden. Om haar droom te verwezenlijken, neemt ze haar school heel serieus en grijpt ze elke kans en gelegenheid aan om haar doel te bereiken.
Wat deed Noëllie?
Waarom lukt het Noëllie wel haar droom na te jagen en is ze nu een van de leiders van Kissamey? Noëllie: “Very early on, I realized that it wouldn’t be easy for me to achieve my dream of going far with my studies and becoming a mathematics teacher. My family is poor and has few resources to cater for the needs of my siblings and myself. I therefore opted to start a small business of buying and selling vegetables and foodstuffs. I was obliged to take that initiative when I was in form 3, at age 15, when resources became very scarce and the situation was pushing me to drop out of school. I had succeeded in getting CFAF 6,000 (US $12) from my mother to start my business. Wednesday afternoons, when I did not have class, and on weekends, I would seize the opportunity to give time to my little trade. The benefits of that enterprise allowed me to stay in school from form 3 to form 4. I had to return the CFAF 6,000 to my mother; I was obliged to do so and that seriously limited my capacities to continue my activities. I then had to borrow CFAF 5,000 (US $10) from my mother again.”
“I kept fighting on until I met The Hunger Project team at Kissamey two years ago during a VEA (Vision – Engagement – Action) session that they were holding with the youth. I discovered some new energy, especially when the team talked about income-generating activities that young people can carry out. Young people from the village, including myself, received CFAF 10,000 (US $20) as pedagogical support funds for the promotion of youth entrepreneurship. Given my previous experiences in small trading, I succeeded in getting my village’s youth to let me be the first one to use the funds and I yielded much profit: CFAF 20,000 (US $40) in just two months. I was therefore able to get financially ready for entering form 6, and I was also able to raise a small capital of CFAF 8,000 (US $16) to continue my trading activities.”
Inmiddels heeft Noëllie Dossou een brommer-scooter bij elkaar verdiend die ze samen met de jeugd van de omliggende dorpen gebruikt om nog ondernemender te kunnen zijn!
Ik word gehoord
Wanneer ik naar verhalen als die van Noëllie luister, merk ik dat het iedere keer neerkomt op hetzelfde. Regelmatig hoor ik jongeren hier in de dorpen zeggen: “Voordat ik de VEA workshops had gevolgd, werd ik niet gehoord als ik iets inbracht in een discussie in ons dorp. Sinds het volgen van deze workshops heb ik veel meer zelfvertrouwen gekregen en word ik steeds vaker betrokken bij het nemen van beslissingen in mijn gemeenschap. Er wordt écht naar mij geluisterd!”
De jeugd volwaardig betrekken bij verbeterinitiatieven voorkomt dat ze naar de grote stad trekken om daar een eigen handeltje te starten (lees: dat ze ergens anders hun heil gaan zoeken om ‘gehoord’ te worden en bij te dragen). Bij mij rijst dan ook gelijk de vraag: In hoeverre wordt iedereen binnen jouw organisatie gehoord? Worden daar de young potentials of het jonge talent ook (te) vaak terzijde geschoven, omdat ze nog geen ervaring hebben? Voorkomen wij wel voldoende dat ze hun heil ergens anders gaan zoeken?
Ik snap nu nog beter waarom de ‘jong talent trajecten‘ van zo’n groot belang zijn voor de toekomst van onze organisaties: het zijn de leiders van morgen!
Wil je meer informatie? Neem dan contact op met Muriel Schrikkema.